Episode 130
Een Nederlander is de hoogste Brusselse ambtenaar op Sociale Zaken. Een terrein waarvan niet veel mensen weten dat de Europese Unie en haar voorgangers daar vanaf het het begin van wat nu de Europese Unie is al veel mee te maken hadden: sociale vragen, werkloosheid, opleidingen, veilig werk en zelfs pensioenen. Die Nederlander is Joost Korte, directeur-generaal Werkgelegenheid, Sociale Zaken en Inclusie bij de Europese Commissie.
Met hem verdiepen Jaap Jansen en PG Kroeger zich in de opmerkelijk lange historie van het Europees sociaal beleid. De dialoog daarover met werkgevers en werknemers begon al meteen toen Jean Monnet in 1952 de Europese Gemeenschap voor Kolen en Staal oprichtte. De allereerste Commissie in Brussel werkte dit thema meteen uit in 1957-1958, toen de inkt van het Verdrag van Rome nauwelijks droog was. Een integrale aanpak werd tussen 1985 en 1990 ontworpen en ingevoerd door Jacques Delors. Joost Korte vertelt dat in de vorige financiële en economische crisis ook Commissiepresident Jean-Claude Juncker op dit terrein zeer actief werd.
Veel mensen denken dat sociale zaken iets puur nationaals is. Maar niets minder is waar. Zo wijst Korte op de speech onlangs van president Klaas Knot van De Nederlandsche Bank. Die signaleerde dat het deel van het nationaal inkomen dat dient als beloning voor arbeid (de arbeidsinkomensquote) te laag is geworden. “Dat zie je overal in Europa en dat is niet goed”, zegt Korte. Het is een van de redenen waarom Eurocommissaris Nicolas Schmit – de Luxemburgse ‘politieke baas’ van Korte – binnenkort met een plan komt voor een Europees minimumloon. “Het aandeel dat werknemers verdienen als deel van de totale economische koek wordt kleiner en kleiner. Daarom willen we vanuit de Europese Unie een signaal geven: er is in Europa een bodem waar je als werknemer niet onder kunt komen.”
De EU is ook steeds actiever op het punt van bescherming en bevordering van goede pensioenen en oudedagsvoorzieningen. Daarbij voert Korte beleid over zo’n €4000 miljard aan vermogen dat hiervoor moet zorgen. Bijna de helft daarvan is van Nederlandse oorsprong. Dat maakt politici in ons land vaak argwanend en defensief ten opzichte van ‘Brussel’. Korte daagt hen uit, zelfbewuster te worden. “Nederland heeft juist ontzettend veel te bieden op het terrein van een sociaal Europa. Andere landen kunnen daarvan leren.”
Joost Korte ziet Nederland in veel opzichten als voorbeeld. “Als ik zie wat minister Wouter Koolmees allemaal gedaan heeft en ook zijn voorganger Lodewijk Asscher: dat is buitengewoon indrukwekkend”, zegt hij. “Nederland is heel erg goed bezig en vaak ook de eerste die met veel durf moeilijke problemen te lijf gaat. Denk maar aan het Pensioenakkoord en de commissie-Borstlap die de problemen met doorgeschoten flexibilisering op de arbeidsmarkt wil aanpakken. Dat kan Nederland uitdragen.”
Maar de vreesachtigheid is opvallend. Op dit moment loopt er zelfs een zeer ongebruikelijke juridische inbreukprocedure tegen ons land omdat het bepaalde delen van de pensioenen belast als het naar het buitenland gaat. Volgens de Commissie is dat discriminatie op basis van nationaliteit, maar Nederland vreest hierdoor belastinginkomsten mis te lopen. Korte onderstreept dat Nederland niet bang hoeft te zijn dat er gewerkt wordt aan een of andere ‘Europese Pensioen Unie’ waarin Nederlands geld zou verdwijnen naar het buitenland, of iets dergelijks. “Er is geen concrete bevoegdheid om hier aan wetgeving te doen. Harmonisatie is niet aan de orde. Maar we letten wel op of de grensoverschrijdende aspecten oké zijn.”
Niet alleen bij pensioenen en het werk van Borstlap zou Nederland zijn succesvolle beleid veel meer kunnen ‘exporteren’ binnen de EU. Korte w
Published on 5 years, 3 months ago
If you like Podbriefly.com, please consider donating to support the ongoing development.
Donate